Header image

Meer vrijheid door zelf meten en zelf doseren

WINTERSWIJK - Wie langer dan zes maanden antistollingsmiddelen moet gebruiken, kan met behulp van een INR-apparaat leren zelf de stollingswaarde (INR) van het bloed te meten. Patiënten zijn niet langer afhankelijk van de openingstijden van de prikposten van de Trombosedienst van het SKB, maar kunnen op ieder gewenst moment de stollingwaarde meten. Voor 12.00 uur ’s ochtends geven ze de waarde via een beveiligde computerverbinding door aan de Trombosedienst.

De medewerkers van de Trombosedienst verzorgen trainingen waarin patiënten leren zelf bloed af te nemen door middel van een vingerprik. Ze krijgen instructies over de INR-bepaling en meten zelf de INR-waarde met het INR-apparaat. Daarnaast kunnen patiënten ook leren zelf doseren. op basis van de INR-waarde.

Patiënten die zelf willen meten, ontvangen van de Trombosedienst een zelfmeetapparaat in bruikleen. Om te leren meten volgen ze een training van drie dagdelen, verdeeld over 8 à 10 weken. Tijdens de trainingsperiode prikken patiënten zich iedere week en geven ze de uitslag door aan de Trombosedienst via een beveiligde computerverbinding. Eens in de drie à vier maanden heeft de patiënt een afspraak bij de Trombosedienst, om de betrouwbaarheid van de stollingsuitslagen te kunnen blijven garanderen.

Patiënten die geïnteresseerd zijn in het zelfmeten van de INR-waarde kunnen contact opnemen met de behandelend arts of het kantoor van de Trombosedienst van het SKB.



Ander nieuws