Header image

Wijkwerk nieuwe stijl’ staat in de startblokken

DOETINCHEM - Inwoners en professionals van Doetinchem krijgen in de toekomst een grotere rol bij het organiseren van de zorg en welzijn in hun eigen omgeving. Dat is de gedachte achter het Wijkwerk nieuwe stijl, dat in Doetinchem steeds vastere vormen aanneemt. Er komt een Wijkbedrijf en er komen Buurtcoaches in de wijken en dorpen.

“Als gemeente willen we zorg en welzijn minder ingewikkeld en nabij in wijken dorpen aanbieden. Het zorgstelsel is in ons land de afgelopen decennia extreem ingewikkeld geworden. Met Wijkwerk nieuwe stijl willen we hier verandering in aanbrengen”, zegt wethouder Otwin van Dijk over de plannen. Begin 2011 werd de eerste aanzet gedaan voor het anders opzetten van het Doetinchemse welzijns- en wijkwerk. Een jaar later zijn de plannen ‘bijna concreet’. “Het is wel zo dat we stapsgewijs van start gaan. Het gaat om een cultuurverandering, iets totaal nieuws. Lerendewijs gaan we aan de slag. ‘Learning by doing’”, aldus Van Dijk.

Het idee is dat met Wijkwerk nieuwe stijl zowel inwoners als hulpverleners beter in hun kracht komen. Dit betekent dat inwoners gestimuleerd worden om elkaar weer meer te gaan helpen. Dit wordt ook wel het nemen van meer eigen verantwoordelijkheid genoemd. Inwoners kunnen daarbij rekenen op ondersteuning door de professionals, die nu ook al in de zorg en welzijn werken. Uiteindelijk moet deze nieuwe opzet leiden tot meer samenhang in voorzieningen in de wijk, meer samenwerking in de wijk en tot onder meer ‘professionele zorgreductie’. Oftewel: een minder beroep op hulp en aanvragen van voorzieningen. Van Dijk: “Van zorgconsumptie gaan we waar mogelijk terug naar samenredzaamheid, op bij voorkeur wijkniveau.” De uitgangspunten krijgen concreet vorm in de vier richtingen Wijkbedrijf, Buurtcoaches, Wijknetwerk & Wijkregie en Wijkservicepunt.

In het Wijkbedrijf is het de bedoeling om samen met bewoners en met inzet van bewoners die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben de leefbaarheid in de wijken op peil te houden. Hierbij gaat het om alle fysieke activiteiten in de openbare ruimte (zoals het groenbeheer, wegenonderhoud, wijkwachten en bijvoorbeeld rond afval en accommodatiebeheer) en in de toekomst ook om diensten in de verzorgende en dienstverlenende sfeer, zoals ‘gemaksdiensten’, klussendiensten en boodschappendiensten. “Het mes snijdt aan twee kanten: de sociale leefbaarheid in de wijk wordt vergroot en het aantal mensen dat actief participeert in de wijk neemt toe. Het Wijkbedrijf biedt bewoners met een afstand tot de arbeidsmarkt een re-integratieplaats.” Dit past ook geheel in het concept cWc (Civel, Work, Community) waarover de gemeenteraad eind vorig jaar een amendement heeft aangenomen. Van Dijk: “Met het Wijkbedrijf geven we tegelijkertijd vorm aan het cWc.” De verwachting is om met zo’n honderd mensen in het Wijkbedrijf van start te gaan. Het Wijkbedrijf is reeds als pilot (kleinschalig) gestart in Gaanderen en Oosseld. Gaandeweg volgt verdere uitbreiding. Naast de gemeente zijn hierbij ook maatschappelijke partners en het bedrijfsleven betrokken.

Het tweede concrete onderdeel is de Buurtcoach. De Buurtcoach is een professional die vroegtijdig problemen bij inwoners herkent en erkent en ervoor zorgt dat de problemen niet uit de hand lopen. De Buurtcoach gaat op een signaal af en probeert altijd eerst de vraag of het probleem met de bewoner zelf op te lossen. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar het eigen netwerk van de bewoner. Als het nodig is, schakelt de Buurtcoach specialisten in, bijvoorbeeld om te consulteren of om daadwerkelijk een bijdrage te leveren. Dit gebeurt met name bij de complexere situaties, waarbij meerdere instanties betrokken zijn. “De Buurtcoach wordt echt een aanspreekpunt voor de wijk. Iedereen kan bij hem of haar terecht voor informatie en advies. Maar de Buurtcoach houdt wel de kwetsbare bewoners extra in het oog”, zegt Van Dijk. Ook dit onderdeel van Wijkwerk nieuwe stijl gaat stapsgewijs van start, om te beginnen in de wijken Overstegen en De Huet. De Buurtcoaches zijn in eerste instantie medewerkers van AMW IJsselkring, MEE, de Wmo-winkel en de afdeling Werk en inkomen van de gemeente. Andere organisaties die wijkgericht (willen) werken, haken gaandeweg aan.

Gelijktijdig met het opzetten van het Wijkbedrijf en de introductie van de Buurtcoaches krijgen ook de huidige wijkteams een andere werkwijze. “Dit is een logisch gevolg”, noemt Van Dijk. Het Wijkservicepunt volgt als laatste stap, als blijkt dat er behoefte is aan een centrale ruimte die dient als uitvalsbasis voor de professionals in de wijk. Of als er behoefte is aan ruimte voor ontmoeting in de wijk. Het eerste uitgangspunt is echter om gebruik te maken van de bestaande ruimtes in buurthuizen, buurtkamers, brede scholen, etcetera.

Voor het nieuwe Wijkwerk nieuwe stijl wordt gebruik gemaakt van bestaande budgetten, aangevuld met provinciale bijdragen voor het opzetten van de nieuwe dienstverlening. Wel verwacht Van Dijk op termijn een ombuiging te kunnen realiseren: “Ook in de zorg en welzijn moeten diverse budgetten het in de toekomst met minder doen. De gedachte is dat op termijn de nieuwe werkwijze besparingen oplevert, omdat er slimmer en efficiënter met elkaar wordt samengewerkt. Niet alleen door de gemeente, maar ook door de organisaties achter onze professionals.” Eén voorbeeld is er al, zegt Van Dijk. “Zo heeft IJsselkring ervoor gekozen het hoofdkantoor te sluiten, om voortaan alleen nog in en vanuit de wijken te werken. Dat is een prachtige efficiëntieslag. Zo zijn er nog veel meer te bedenken.”



Ander nieuws