Header image

In de Achterhoek weinig mensen na WW in de bijstand

GELDERLAND - Vanuit de WW vinden veel mensen weer werk. Een kleiner deel doet na de WW een beroep op de bijstand. Landelijk nam het aantal mensen dat na afloop van hun WW-uitkering in de bijstand terecht kwam wel toe, van 22.000 in 2011 tot bijna in 33.000 in 2015.

Deze toename wordt vooral veroorzaakt door de nasleep van de kredietcrisis. Door de crisis verloren meer mensen hun baan en deden meer mensen een beroep op de WW. Daardoor bereikten enige tijd later meer mensen de maximale duur van hun WW-uitkering. Daarnaast neemt tijdens een recessie de kans om werk te vinden af en groeit het aandeel mensen dat de maximale uitkeringsduur van de WW bereikt.

Het percentage dat vervolgens een beroep op bijstand doet, is de laatste jaren echter vrij stabiel. In de periode van 2011 tot 2015 deed jaarlijks ongeveer 6,5% van de mensen waarvan de WW afliep een beroep op de bijstand. Naar verwachting zal dit percentage door het economische herstel stabiliseren op ongeveer 6%. Omgekeerd wordt 20% van alle bijstandsaanvragen ingediend door mensen waarvan de WW-uitkering is beëindigd.

UWV heeft voor 2014 van alle gemeenten de doorstroom van WW naar de bijstand berekend. In Gelderland doen zich grote verschillen voor bij die doorstroom. In de gemeenten met meer dan 50.000 inwoners zijn de doorstroompercentages overwegend het hoogst; in de kleinere gemeenten is de doorstroom beduidend lager. De hoogste doorstroom hebben de gemeenten Arnhem, Doesburg en Nijmegen, waar in 2014 meer dan 8% van de mensen waarvan de WW eindigde een beroep deed op de bijstand. De laagste doorstroom vinden we in de gemeenten Scherpenzeel, Oost Gelre en Geldermalsen, waar nog geen 3% van de WW doorstroomde naar de bijstand. Ook in absolute zin gaat het in deze kleinere gemeenten om kleine aantallen.

Uit onderzoek blijkt dat mensen in grote steden na afloop van de WW vaker een beroep doen op de bijstand. Dat komt door het verschil tussen grote steden en plattelandsgemeenten in de samenstelling van de bevolking. In grote steden wonen relatief meer alleenstaanden, waaronder alleenstaande ouders. Zij komen eerder in aanmerking voor bijstand, omdat er geen sprake is van een partner met een inkomen of veel spaargeld.
Verder wonen in grote steden relatief meer laag opgeleiden en mensen die om een andere reden een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt hebben. Voor deze mensen is het moeilijker om werk te vinden en meer te verdienen dan bijstandsniveau.

In de Achterhoek ontvingen bijna 400 mensen een bijstandsuitkering nadat hun WW-uitkering in 2014 stopte. In de gemeente Doetinchem ging het in dat jaar om circa 100 mensen. Dat betekent dat iets minder dan 6% van de WW’ers na afloop van de WW in de bijstand kwam. Dit is een lager doorstroompercentage van WW naar de bijstand dan landelijk.

In alle andere Achterhoekse gemeenten was die doorstroom nog lager. Dit beeld komt overeen met het landelijke beeld waar in de grote steden relatief meer mensen van de WW doorstromen naar de bijstand.

Eind maart was het aantal WW-uitkeringen in de Achterhoek bijna 8.400. Dat is gelijk aan de stand van eind februari. Ten opzichte van maart 2015 ligt het aantal WW-uitkeringen wel iets lager, maar het verschil is klein. Landelijk steeg het aantal WW-uitkeringen nog met 6% vergeleken met een jaar geleden.



Ander nieuws