Header image

Slachtvisite bij de Stegemanhof in Aalten

AALTEN– Woensdag 2 november werd er een ‘olderwetse’ slachtvisite gehouden voor de bewoners van verzorgingstehuis Stegemanhof in Aalten. Ook andere belangstellenden waren welkom en ruim vijftig personen waren aanwezig in de recreatieruimte van dit gebouw. Een geslacht varken werd op de ‘leere’ (ladder) naar binnen gebracht. Het varken was beschikbaar gesteld door Keurslager Gleis uit Aalten. Hierna begon het vetpriezen. De bewoners werden ontvangen met koffie en krentewegge. Hierna namen Schurink Jan (Jan Breukelaar) en Leonora de bewoners mee in de tijd van toen. Verteld werd hoe vroeger de huisslacht in de slachtmaand november verliep. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was het nog toegestaan om zelf aan huis te slachten. Bertus ter Maat was in Aalten en omgeving een bekende huisslachter. Voor de ouderen werd een schitterende film vertoond over deze huisslachter. Bertus was iemand die tot op hoe leeftijd nog werkzaam was als slachter, echter niet meer als huisslachter. In zijn 77ste levensjaar ging hij drie keer per week op de fiets naar de slachterij in Varsseveld om er zijn vak nog uit te oefenen. In november werd vroeger op bijna elke boerderij wel een varken geslacht. Dit leverde een heel jaar vlees op voor eigen gebruik. Een fornuispot met flink wat water werd aan de kook gebracht. Het varken werd gedood met behulp van een schietmasker, dat een pin in zijn kop schoot. Het varken raakte bewusteloos. De keel van het dier werd vervolgens doorgesneden en het bloed werd opgevangen in een speciale platte pan. Het varken werd schoongemaakt en met kokend water overgoten, zodat de haren gemakkelijker verwijderd konden worden, het zogenaamde ‘krabben’ van het varken. Het dier werd vervolgens aan een ‘leere’ opgehangen en opengesneden. ’s Avonds kwam de buurt ‘vet priezen’, oftewel kijken hoe dit het spek van het varken was. Slager Gleis: “vroeger was hoe vetter, hoe better”, tegenwoordig heeft men het liefst een stukje mager vlees”. Alles van het varken kon gebruikt worden. De darmen werden schoongemaakt. Eerst werden ze gespoeld met water en daarna werden ze schoon geschraapt en kon men deze gebruiken om worst te maken. De darmen werden vervolgens dichtgebonden  met worstenpinnen en opgehangen aan het plafond. Van het vlees van de kop werd ‘hoofdkaas’ of zure zult gemaakt. De worsten en hammen werden aan het plafond te drogen gehangen. Het slachten en verwerken kostte een week werk, maar leverde een jaar lang vlees voor eigen gebruik op. Een manier om vleest voor bederf te behoeden was inzouten. Het vlees werd dan in een kuip zout gelegd. Het zout werd goed in het vlees gewreven. Zo kon men het vlees vele maanden goed houden. Ook kon men vlees conserveren in weckglazen. Vele bewoners konden het zich allemaal nog heel goed herinneren en het leverde veel gespreksstof op. De 99-jarige mevrouw te Winkel kon Jan Breukelaar, presentator van dit gebeuren, er nog een mooi verhaal over vertellen. Hierna stond de maaltijd voor de ouderen in het teken van oude gerechten zoals erwtensoep, balkenbrij, bloedworst enzovoort. Men liet het zich prima smaken. De middag werd afgesloten met een optreden en een modeshow van dansgroep: “Wi’j hold ’t bi’j ’t olde”. Deze dag werd georganiseerd in samenwerking met de Stichting Vrienden Stegemanhof/Hoge Veld.

 

Tekst en foto’s: Leo van der Linde.      



Ander nieuws